Page 159 - It' about time: Studying the Encoding of Duration
P. 159
Appendix terwijl duur waar men geen aandacht aan besteed niet of nauwelijks verwerkt wordt. We concludeerden daarom dat visuele aandacht ten grondslag ligt aan de selectie van relevante tijdsinformatie wanneer er meerdere bronnen van tijdsinformatie aanwezig zijn. De sterke rol van aandacht in de codering van duur sluit aan bij onze eerdere bevinding dat tijdsduur relatief laat in de visuele verwerkingshiërarchie wordt ge-encodeerd (hoofdstuk 2). Eerder onderzoek heeft aangetoond dat de mate waarin aandacht de neuronale reacties op een bepaald stimuluskenmerk kan beïnvloeden, afhangt van de complexiteit van dat kenmerk en de positie van de verwerking in de visuele verwerkingshiërarchie (Suzuki, 2001). Dit komt doordat de response van individuele cellen op informatie waar geen aandacht aan besteed wordt steeds meer afneemt naar mate de positie in de visuele verwerkingshiërarchie toeneemt. Zo neemt de reactie op on-geattendeerde informatie af tot ~ 30% in het vroege visuele gebied V2, en neemt deze verder af tot 0% in cellen in het gebied IT (Chelazzi, Duncan, Miller, & Desimone, 1998; Reynolds, Chelazzi, & Desimone, 1999). Dit komt overeen met het feit dat we geen relatieve bijdrage aan het DAE vonden voor de tijdsduurinformatie waaraan geen aandacht aan besteed werd. De sterke aandachtmodulatie die we hier vinden ondersteunt dus het idee dat tijdsduur een complex kenmerk is dat ge-encodeerd wordt door mechanismen die zich op hogere niveaus van de verwerkingshiërarchie bevinden. Hoofdstuk 4 In hoofdstuk 4 hebben we onderzocht wat de aard is van het signaal waar de tijds-selectieve kanalen op reageren. Er wordt vaak gesteld dat de codering van duur door tijdsduur-selectieve mechanismen gebeurt op basis van de tijd tussen het begin en het einde van een gebeurtenis (Heron et al., 2012). Dit idee klinkt logisch: als je weet wanneer iets begint en wanneer het eindigt weet je ook hoe lang het duurt. Toch zijn er studies die aantonen dat de waargenomen duur van een gebeurtenis kan veranderen, zonder dat het waargenomen begin en/of eind van dezelfde gebeurtenis verandert (Kaneko & Murakami, 2009). Deze dissociatie tussen de waargenomen signaallengte (begin tot einde) en de waargenomen duur lijkt in schril contrast te staan met het idee dat tijdsduur- selectieve kanalen uitsluitend gebruik maken van de lengte van het zintuiglijke signaal. Om deze dissociatie te adresseren hebben we deelnemers geadapteerd aan een illusie-inducerende stimulus die bestond uit een roterend patroon. Dit 158