Page 186 - Empowering pre-service teachers through inquiry - Lidewij van Katwijk
P. 186

                                Appendix D
 7. Op welke manier(en) bent u betrokken bij onderzoek van studenten?
(meerdere antwoorden mogelijk)
m Ik ben niet betrokken bij onderzoek van studenten
m Ik geef onderzoekscolleges
m Ik begeleid onderzoek in de eerste leerjaren
m Ik begeleid studenten bij afstudeeronderzoek
m Ik begeleid langstudeerders bij afstudeeronderzoek
m Anders namelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De volgende vragen gaan in op uw eigen idee over onderzoek.
8. Geef van onderstaande uitspraken aan wat het meest op u van toepassing is. Wat vindt u van het doen van onderzoek?
(omcirkel per stelling 1 antwoord)
                      a. het doen van onderzoek hoort bij 1 2 het beroep van lerarenopleider
b. onderzoek helpt om op een 1 2 systematische wijze inzicht te
krijgen in praktijkproblemen
c. onderzoek is goed in te passen in 1 2 het werk als opleider
d. ik vind onderzoek een 1 2 goede manier om mezelf te
professionaliseren
e. ik vind het uitvoeren van 1 2 onderzoek te veel tijd kosten als
ik een probleem wil oplossen
f. onderzoek zou je samen met 1 2 collega’s moeten doen
g. het doen van onderzoek hoort bij 1 2 het beroep van leraren bao
h. ik vind onderzoek een goede 1 2 manier om mijn onderwijs-
praktijk te verbeteren
i. ik voel mezelf capabel om 1 2 onderzoek te doen
3 4 5 6 3 4 5 6
3 4 5 6 3 4 5 6
3 4 5 6
3 4 5 6 3 4 5 6 3 4 5 6
3 4 5 6
184
100% oneens
grotendeels oneens
een beetje oneens
een beetje eens
grotendeels eens
100% eens






























































   184   185   186   187   188