Page 7 - Innerlijke genezing, Karel en Tiny Pouwels
P. 7

Brabbelen
De geboorte kan een traumatisch gebeuren zijn. De pasgeboren baby is afhankelijk van zijn of haar omgeving om liefde en bevestiging te ontvangen. Liefde en bevestiging heeft de baby nodig voor een evenwichtige gezonde ontwikkeling. Een kind ervaart liefde doordat mensen de verzorging geven die het nodig heeft, het toelachen, met hem of haar brabbelen, kortom communiceren op het niveau van de baby. Dan ervaart dit kleine kind: ik mag er zijn, ik ben de moeite waard, ik ben iemand. Zo ontvangt dit kind, door de liefde en aandacht van anderen, een identiteit. Dit is een goede basis voor een gelukkig leven.
Oerverwonding
Maar wellicht ontbreekt, om wat voor reden dan ook, deze liefde en zorg.
Dan ervaart het kind: ik ben niet de moeite waard, en dit gaat ten koste van zijn of haar identiteit. Zo'n kind heeft een minder goede basis, is innerlijk verwond, innerlijk gehandicapt. Zo'n eerste diepe verwonding noemt men oerverwonding. Latere ervaringen van tekort aan liefde worden dan pijnlijker, omdat ze inhaken op deze oerverwonding, deze a.h.w. bevesti- gen: 'zie je wel, ik ben niet de moeite waard'.
Dit gemis aan liefde (in het groot of in het klein) gaat dus ten koste van een gezond gevoel voor eigenwaarde. Het gevoel van 'ik ben niet de moeite waard' werkt ook door in onze relatie met God. Dus: 'God zal mij ook niet de moeite waard vinden'. Het gevolg is dat we zijn liefde niet of moeilijk kunnen ontvangen.
2. HOE WERKEN INNERLIJKE VERWONDINGEN DOOR?
 Innerlijke verwondingen leveren blok- kades op in onze relatie met God en medemensen. We zijn dan minder open en hebben minder vertrouwen. Bovendien kunnen we ook niet goed voor onszelf opkomen in relatie met mensen en doen we onszelf tekort. We zijn bang voor afwijzing. Daarom komen we, om maar aardig gevonden te worden, tegemoet aan wensen van anderen, zodat we alsnog de waar-
dering en bevestiging ontvangen waar we zo'n nood aan hebben.
Juist de verwondingen in onze eerste levensfase hebben een negatieve door- werking naar latere gebeurtenissen. Een klassiek voorbeeld: een klein
kind wordt ziek en komt voor eigen bestwil in het ziekenhuis, waar vader en moeder het moeten achterlaten. Het kind begrijpt dit niet. Het voelt
7























































































   5   6   7   8   9