Page 197 - Biomarkers for risk stratification and guidance in heart failure
P. 197
onze goede vriendschap. Werk is belangrijk, maar familie en vrienden gaan boven alles.
Een bijzonder woord van dank aan mijn paranimfen en hun partners: Nathalie en Frank, Cees en Judith. Het mooiste resultaat van mijn onderzoek is ongetwijfeld dat ik er zo’n goede vrienden aan heb overgehouden. Ik kan niet omschrijven hoeveel jullie voor Lisette en mij betekenen. Sommige dingen kun je nu eenmaal niet onder woorden brengen: Circle of Trust forever!
Mijn schoonouders: Beste Leo en Mariet, dank voor jullie steun de afgelopen jaren. Fijn dat jullie zo vaak op de kinderen hebben gelet als ik met mijn onderzoek bezig was en Lisette dienst had. Leo, dank voor je luisterend oor als ik weer eens wat stoom moest afblazen. Betere schoonouders kan ik mij niet wensen!
En dan mijn familie: Pap en Mam, ik heb diep respect voor de manier waarop jullie mijn broers en mij hebben grootgebracht. Een groot gezin, Pap druk met werk, maar een moeder die er altijd voor ons was en een vader die er was op momenten dat ik hem nodig had. Dat was zo, is zo en ik hoop dat het nog lang zo mag blijven. We zijn niet de mensen om waardering naar elkaar uit te spreken. Het is zo normaal om er voor elkaar te zijn. Maar dat is het niet, dat besef ik mij de laatste tijd des te meer.
Mijn broers Casper Jeroen en Camiel, met het drukke leventje dat we allemaal hebben zien we elkaar te weinig. Maar als we bij elkaar zijn is het weer net als vroeger. Net zo druk, maar dit keer vanwege de kinderen. En als er met iemand in de familie iets is zijn we er voor elkaar. Ik ben trots op jullie!
Mijn kinderen Sophie en Suze, wat ben ik blij dat jullie er zijn! Jullie hebben niet in de gaten hoe relativerend het is om ‘s avonds bij jullie te mogen zijn.
Lisette, jij bent als laatste aan de beurt. Een plaats die je vaak zelf inneemt, omdat je jezelf altijd wegcijfert. Voor mijn onderzoek, voor mijn werk, voor de kinderen. Met het afronden van dit proefschrift valt een hele last van mijn schouders, maar ik weet zeker dat de last die van jou afvalt nog veel groter is. Vaak niet op vakantie kunnen gaan omdat ik nog aan mijn studie moest werken. En als we op vakantie waren was ik vaak in mijn hoofd nog bezig met het onderzoek. Avonden,
196