Page 87 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 87

die handelen om te groeien, te overleven en zich voort te planten op basis van geneti- sche informatie en informatie die ze uit hun omgeving ontvangen.
Een systeem is daarbij altijd vervlochten met zijn omgeving. Om dat te benadrukken, duidt Morin dit aan met zelf-eco-organisatie. Door zelf-eco-organisatie is een levend wezen autonoom, maar blijft het tegelijkertijd afhankelijk. Hoe een levend wezen zich ontwikkelt is daardoor onzeker en onregelmatig. Het resultaat van elke activiteit wordt immers mede bepaald door de omgeving, die er zelfs voor kan zorgen dat een activiteit het tegengestelde bewerkstelligt dan wat ermee werd beoogd.
As soon as an individual takes an action, whatever that action may be, it begins to escape from his intentions. The action enters into the universe of interactions and in the end, it is the environment that seizes it in the sense that it can become the opposite of the initial in- tention. (Morin, 2008 p. 55)
De gangbare benaderingen van wetenschap schieten volgens Morin tekort om zelf- eco-organisatie te begrijpen. Door iets te ontleden en te vereenvoudigen, plaatsen deze benaderingen iets en diens omgeving los of tegenover elkaar. Daardoor worden tegen- stellingen gecreƫerd tussen aspecten die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Een voorbeeld daarvan is de verbinding tussen autonomie en afhankelijkheid. Deze worden in het algemeen als tegenstellingen gezien, maar kunnen volgens Morin niet los van elkaar bestaan. Om autonoom te kunnen zijn, is energie, materie, kennis en informatie uit de omgeving nodig. Het is zelfs zo dat hoe meer er sprake is van autonomie, de afhankelijkheid van de omgeving toeneemt.
One arrives to what I call logically the complex of autonomy-dependence. For a living being
to be autonomous, it is necessary that it depends on its environment on matter and energy, 5 and also in knowledge and information. The more autonomy will develop, the more multiple
dependencies will develop. The more my computer will allow me to have an autonomous
thought, the more it will depend on electricity, networks, sociological and material con-
straints. One arrives then to a new complexity to conceive living organization: the autonomy
cannot be conceived without its ecology. (Morin, 2008 p. 14)
Volgens Morin kan zelf-eco-organisatie alleen worden begrepen, als mensen accepte- ren dat de werkelijkheid dubbelzinnig kan zijn en dat absolute zekerheid niet mogelijk is. Dat geldt volgens hem ook voor de wetenschap. Door iets precies en met zekerheid te willen vastleggen, geeft de wetenschap volgens Morin slechts een momentopname. In plaats daarvan moet de wetenschap manieren vinden om zelf-eco-organisatie te onderzoeken zonder deze te vereenvoudigen en te ontleden. Dat zal volgens hem de wetenschap in staat stellen om steeds complexere voorstellingen hiervan te ontwik- kelen. Uiteindelijk zal dat volgens Morin leiden tot een heel andere manier van kijken naar vraagstukken waarvoor de huidige wetenschappen geen antwoord hebben.
Let us repeat: the simple is no more than a moment, an aspect among several complexities (micro-physical, macro-physical, biological, psychic, social). We will attempt to consider the lines, the tendencies of a growing complexification, which will permit us, roughly, to deter- mine models of low complexity, medium complexity and high complexity as they function in the developments of self-organization (autonomy, inventiveness, creativity, etc.). But in the end, we will succeed in considering, with the human brain, truly amazing phenomena at a
89






















































































   85   86   87   88   89