Page 86 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 86

Morin baseert gegeneraliseerde complexiteit op het uitgangspunt dat kennis van on- derdelen niet genoeg is om het geheel te kennen, maar dat het evenmin mogelijk is een geheel te kennen zonder aandacht te hebben voor de onderdelen.
In opposition to reduction, complexity requires that one tries to comprehend the relations between the whole and the parts. The knowledge of the parts is not enough, the knowledge of the whole as a whole is not enough, if one ignores its parts; one is thus brought to make a come and go in loop to gather the knowledge of the whole and its parts. Thus, the principle of reduction is substituted by a principle that conceives the relation of whole-part mutual implication. (Morin, 2007 p. 10)
Als voorbeeld beschrijft Morin hoe je een samenleving als geheel niet kunt begrijpen zonder aandacht te hebben voor de interacties tussen mensen die deze samenleving vormen. Andersom kun je mensen niet begrijpen zonder te kijken naar de manier waarop de samenleving invloed op hen heeft. Omdat hier een effect invloed heeft op wat het heeft veroorzaakt, zijn oorzaak en gevolg niet goed te onderscheiden. De sa- menleving is een gevolg van interacties tussen mensen. Tegelijk wordt de manier waarop mensen met elkaar omgaan voor een belangrijk deel bepaald door de samen- leving. Mensen zijn daardoor zowel producent als product van de samenleving.
Society is the product of interactions between human individuals, but society is constituted with its emergencies, its culture, its language, which retroacts to the individuals and thus produces them as individuals supplying them with language and culture. We are products and producers. Causes produce effects that are necessary for their own causation. (Morin, 2007 p. 14)
Zelf-eco-organisatie
Dergelijke processen waarin factoren elkaar over en weer beïnvloeden, komen volgens Morin veel voor. Vaak ontstaan ze als een reactie op afwijkingen. Een samenleving neemt bijvoorbeeld maatregelen wanneer iemand afwijkt van wat in die samenleving als norm wordt beschouwd. Soms lukt dat, maar niet altijd. De maatregelen kunnen ook een tegenreactie oproepen, waarmee de afwijking juist wordt versterkt. Op deze manier ontstaan bewegingen die breken met bestaande patronen, tradities en opvat- tingen. Als deze bewegingen doorzetten, verandert op den duur ook de structuur. Er ontstaan nieuwe relaties en factoren gaan anders op elkaar reageren. In de samenle- ving bijvoorbeeld ontstaan daardoor uit zichzelf structuren die afwijkingen tegengaan of juist versterken. Niets of niemand kan deze beweging volledig beheersen. Hoe deze structuren zich ontwikkelen, is niet te voorspellen. Dit fenomeen wordt zelforganisa- tie genoemd.
Volgens Morin zijn alle levende systemen gebaseerd op zelforganisatie. Dat houdt in dat ze zich niet alleen door toeval en willekeur ontwikkelen, maar ook zelf invloed hebben op hun eigen ontwikkeling. Daarvoor hoeft een levend systeem niet per se te beschikken over een bewustzijn of gevoelens. Het betekent volgens Morin dat een or- ganisme zichzelf in het midden van zijn eigen wereld zet en daarnaar kan handelen ten opzichte van die wereld en van zichzelf. Dat gebeurt al op het niveau van cellen,
88



























































































   84   85   86   87   88