Page 76 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 76

4.2.3 Betekenis van kennis
Hiervoor heb ik beschreven hoe de geïnterviewde medewerkers omgaan met complexe situaties in hun werk. Maar welke rol speelt kennis nu daarbij? Alle geïnterviewde me- dewerkers geven aan dat ze hun kennis bijhouden door bijvoorbeeld cursussen te vol- gen en boeken te lezen en dat ze dat zinvol vinden. Desgevraagd geven ze ook voor- beelden van hoe ze die kennis in praktijk brengen. In het algemeen gaan deze voor- beelden over hoe kennis heeft geholpen om een cliënt beter te begrijpen. Eén van de medewerkers vertelt bijvoorbeeld het volgende over een cursus over dementie bij mensen met een verstandelijke beperking.
'In de cursus heb ik geleerd dat ik ook in het laatste stuk van iemands leven nog wat kan betekenen. Dat je ook in die echt minimale dingen nog wat kan doen. (...) Tijdens de cursus namen we een beslissing dat iemand niet meer hoefde te douchen. De cliënt vond douchen niet meer leuk. Die zat in de laatste... Je wist niet hoelang ze nog had. Ze was heel zwak en bedlegerig. Dat hoeft niet meer. De kwaliteit van leven van haar gaat daardoor enorm vooruit. Daar had ik van tevoren niet aan gedacht. Op die manier is er dan een wisselwerking (ML).'
'Zoals (een cursus) van autisme, daar heb ik ook echt wel wat van opgestoken. (...) Hoe de autist
denkt, dat vond ik het aller interessantst. Wij werken met vaste dagprogramma's en proberen
rekening te houden met de prikkels en dat je die gaat verdelen in het dagprogramma. Rust 4 aan te bieden. Dat deden we natuurlijk al. Maar nu hoor je toch weer even waarom (RW).'
Daarnaast wisselen medewerkers kennis uit met collega's en ouders van cliënten.
'We hebben verblijf en behandeling. Dus we hebben heel die organisatie tot onze beschikking. Met alle deskundigheid die er zit. Kunnen we allemaal zo bellen. En dan komen ze meekijken. (...) Je hebt ook collega's die werken er al tien of twaalf jaar. Dus die hebben dan weer net wat meer gezien. Toen deed die zo en toen hebben we dat geprobeerd; misschien kunnen we dat nog eens doen. Zo vergroot je zelf je referentiekader (ML)'.
'Ouders zijn er vanaf het begin bij betrokken. Dus die kennen hun kind door en door. (...) Dan zeggen ze: "Hij zit niet zo lekker in zijn vel." Dan denk ik: "Nou, ik weet niet hoe je het ziet." Maar dat is gewoon iets dat zij dan aanvoelen of zien aan een bepaalde manier van lachen of kijken. Dat ze denken van: "Dat is toch niet helemaal goed". Dus ouders hebben prima door hoe hun kind in elkaar zit en daar luisteren we graag naar (PG)."
Tegelijkertijd wijzen de geïnterviewde medewerkers op de beperkingen van kennis.
'Het is vaak zo complex dat je dat niet altijd uit je opleiding of uit boeken te halen is. Daar staat bijvoorbeeld dat je iemand moet temperaturen en dat je daar dan acties op kunt zetten. Maar hier is nog veel meer nodig dan alleen temperaturen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat de cliënt zichzelf helemaal niet warm kan houden, omdat dat vanuit de hersenstam niet goed geregeld is. Dat staat niet in je boeken (PG).'
Uit de interviews komt naar voren dat de geïnterviewde medewerkers kennis zien als een manier waarop ze naar iets kunnen kijken.
‘Wij hebben sinds een half jaar de methodiek Active Support geïntroduceerd op deze locatie. Daar hangt kennis aan vast. Maar het belangrijkste daaraan vind ik dat je de visie hebt. Daar draait in mijn ogen eigenlijk elke methodiek om. Die draait niet om: “Doe het volgens dit of dat”, maar om "Doe het volgens die kijk" (MB).’
77





















































































   74   75   76   77   78