Page 74 - kennis en praktijk in de gehandicaptenzorg
P. 74

daaraan voorafgaand wel een voorstelling te maken van hoe een situatie kan verlopen en wat ze daaraan mogelijk kunnen doen.
'Ik probeer situaties in te schatten. (...) Je wilt een bepaald doel bereiken. Ik wil iets voor mijn cliënt. Hoe ga ik dat doen? Dus moet je lijnen uit gaan zetten. En situaties overwegen. Want hij kan dit doen, maar hij kan ook dat doen. En wat ga ik doen als hij zo reageert of wat als hij zo reageert. Wie heb ik daarbij nodig? (LS).'
Soms hebben medewerkers echter te maken met situaties waarin ze worden overrom- peld door onvoorziene ontwikkelingen. Dat leidt ertoe dat ze het gevoel krijgen er geen vat op te hebben. Deze situaties worden in het algemeen niet als prettig ervaren.
'In één keer escaleert een cliënt. Dan moet je in één keer gaan schakelen (...) Je hebt ook cli- enten daar zie je het aankomen. Dan kan je nog van: "Okay, hij zit nu daar. Dus dan moeten we zus." Maar je hebt ook cliënten die kunnen in één keer uit het niets met van alles gaan gooien. Dan moet je ook gelijk handelen. Dan kan je daarbij niet meer nadenken. Het over- komt je dan echt (DJ).'
Een ander aspect dat als lastig wordt ervaren, is dat soms niet direct duidelijk is wat het effect is van een bepaalde handeling, waardoor je niet weet of je op de goede weg zit.
'Soms is het wel handig als er weer eens wat werkt, want de stapjes die je neemt met de cliënt zijn zo klein. Het resultaat zie je vaak pas over maanden. Het is niet: ik ga dit nu doen en ik krijg antwoord op al mijn vragen. Het is iets dat in hele kleine stapjes gaat. (...) Dan ben je daar al drie jaar mee bezig, voordat je eindelijk een beetje richting hebt. En dan nog is het twijfelachtig of je zo door kunt gaan (PG).'
'Dat vind ik het leukste. Dat het dan slaagt. Maar de volgende dag op het werk kan het best zijn dat het kwartje niet is gevallen (RW).'
In de interviews komt naar voren dat de geïnterviewde medewerkers er niet veel moeite mee hebben dat iets niet loopt zoals ze hadden gehoopt of wanneer een resul- taat uitblijft. Ze nemen dit zoals het is. Ook meer in het algemeen zijn ze bescheiden en kritisch over zichzelf.
'Maar aan de andere kant blijf ik ook altijd best wel kritisch op mezelf en zie ik ook wel genoeg dingen die ik ook nog anders kan doen, hoor. Ik heb heus niet het perfecte wiel uitgevonden. Nee, ik maak ook gewoon mijn fouten. Ik ga ook wel eens verkeerd in een situatie (MB).'
Kaders
Als derde aspect van het omgaan met complexe situaties komt in de interviews naar voren dat de medewerkers kaders in hun werk creëren. Medewerkers verschillen in de manier waarop ze dat doen en welk gewicht ze daaraan hangen.
Een aantal medewerkers creëert kaders door vaste patronen en routines in hun werk aan te houden. Deze geven structuur aan hun werk. Als daar echter een aanleiding voor is, wordt van die structuur afgeweken. Daar hebben ze geen moeite mee. Inte- gendeel: vaak zijn dat de momenten waar ze plezier aan beleven. De medewerkers zijn er dus niet op gericht om de patronen en routines vast te houden, maar gebruiken ze als basis om in te kunnen spelen op onverwachte situaties.
4
75





















































































   72   73   74   75   76