Page 31 - Minder Boos en Opstandig - Revised
P. 31

Gevolgen
Korte termijn gevolgen
Kinderen met gedragsproblemen of -stoornissen zijn bedreigd in hun ontwikkeling, zowel op sociaal gebied, op gevoelsmatig gebied als op het gebied van denken en leren op school. Dit komt omdat hun gedrag veel negatieve reacties oproept. Agressief gedrag stoot anderen af. Bij anderen moet dan gedacht worden aan de groep leeftijdsgenoten, de ouders en de leerkracht.
Kinderen met gedragsproblemen of -stoornissen worden dan ook uit de groep leeftijdgenoten gestoten. Zo worden ze door andere kinderen minder opgehaald om buiten te spelen en voor verjaardagspartijtjes worden ze minder uitgenodigd. Ze ervaren dit als afwijzing, voelen zich daardoor anders dan andere kinderen, gaan negatief over zichzelf denken en zich eenzaam voelen. Omdat ze minder sociale contacten met leeftijdgenoten hebben, maken ze zich minder vaardigheden eigen om op een prettige manier met andere kinderen op te trekken.
Ook bij hun ouders roepen ze veel ergernis op: de opvoedingsbelasting van deze kinderen is immers zwaar. Deze ergernis, de verwijten en de vaak uit machteloosheid gegeven harde straffen ervaren de kinderen als afwijzing.
Het voortdurende verzet tegen de leraren van het regulier basisonderwijs en het agressieve gedrag naar hun medeleerlingen toe kan leiden tot schorsingen, een verwijdering van school of een verwijzing naar het speciaal onderwijs.
Lange termijn gevolgen
Bij deze kinderen bestaat het risico van de volgende ongunstige verschijnselen in de puberteit en de volwassenheid: niet afmaken van een opleiding, lager niveau van werk dan passend bij mogelijkheden, aansluiting bij groep jongeren met delinquent gedrag, delinquentie (criminaliteit), alcoholmisbruik, drugsgebruik, verslaving, depressies, werkeloosheid, vaak wisselen van baan, afhankelijkheid van sociale voorzieningen en herhaalde echtscheidingen.
Hoe ontstaan gedragsproblemen of –stoornissen?
Gedragsproblemen en -stoornissen ontstaan vanuit een wisselwerking tussen, enerzijds, de kwetsbaarheid van het kind (risicofactoren bij het kind) en, anderzijds, omgevingsfactoren (risicofactoren bij de ouders en de bredere sociale omgeving).
Kwetsbaarheid van het kind: temperament, erfelijkheid, hersenen en ADHD
Onder temperament worden eigenschappen verstaan die reeds in eerste levensjaren worden gezien en die kenmerkend zijn voor het kind zoals: prikkelbaarheid, heftig emotioneel reageren, vaak huilen, rusteloosheid en dwarsheid. Baby’s en peuters met deze temperamentkenmerken (ook wel moeilijk temperament genoemd) hebben een groter risico op gedragsproblemen en -stoornissen in vergelijking met kinderen die vanaf de eerste levensjaren rustig zijn, gemakkelijk te sussen en gemakkelijk tot ander gedrag te verleiden. Ook erfelijkheid kan een rol spelen, zij het in mindere mate dan bij ADHD of autisme. Er is echter geen rechtstreeks verband tussen een bepaald gen (die het erfelijke materiaal bevat) en bijvoorbeeld stelen of vechten. Genen spelen een rol in hoe onze hersenen zijn opgebouwd en functioneren. Onze hersenen bestaan uit systemen die psychologische functies voortbrengen zoals de aandacht en de beheersing van impulsen. Verstoringen van deze functies kunnen leiden tot verschijnselen zoals concentratieproblemen, impulsiviteit, overbeweeglijkheid en heftigheid in reageren. Deze verstoorde functies werden vastgesteld bij kinderen met ADHD maar voor een deel ook bij kinderen met gedragsstoornissen: bovendien komt ADHD vaak samen voor met gedragsstoornissen. Bij kinderen met gedragsstoornissen zou er ook sprake kunnen zijn van een geringere gevoeligheid voor straf, daardoor zijn ze moeilijker op te voeden.
De omgeving
Deze temperamentkenmerken en ADHD vormen een risico voor de ontwikkeling van gedragsproblemen en -stoornissen. De meeste jonge kinderen proberen hun zin door te drijven. Zij stuiten daarbij op de grenzen die hun ouders hen opleggen. Hoog oplopende conflicten tussen twee à drie jarigen en hun ouders die vasthouden
Samenvatting oudertraining bijeenkomst 1 – groep
  samenvattingen | 29



















































































   29   30   31   32   33