Page 273 - Minder Boos en Opstandig - Revised
P. 273
OEFENOPDRACHT OUDERTRAINING BIJEENKOMST 6
Het is de bedoeling dat u deze keer weer gaat oefenen met het geven van opdrachten om gewenst gedrag te bewerkstelligen. Daarnaast gaat u aan de slag met het prijzen en belonen van dit gewenste gedrag.
Bij deze oefening gebruikt u weer het VOOR-GEDRAG-NA schema.
Dus:
VOOR =
Wat ging vooraf aan het gedrag? (Wat deed het kind van tevoren en welke opdracht gaf u?)
Wat was het gedrag van het kind? (Liet het kind het gewenste gedrag zien?)
Wat volgde er op? (Hoe prijst of beloont u het kind en hoe reageert het kind?)
GEDRAG =
NA =
Dit noteert u in de tabel op de volgende bladzijde.
Op deze manier oefent u dus zowel het geven van een opdracht als het prijzen en belonen als ook het waarnemen van het gedrag van uw kind. Hieronder staan nog twee voorbeelden van een dergelijke situatie.
Naam kind: Jan Leeftijd: 10 jaar
Datum
Tijd
VOOR
GEDRAG
NA
9/3
12.15
Jan komt thuis en gooit zijn jas op de bank. Moeder zegt: “Hang je jas op
de kapstok in de gang, alsjeblieft.”
Jan hangt zijn jas op de kapstok.
Moeder zegt: “Fijn, dat je je jas hebt opgehangen. Daarom mag je nu een koekje pakken.” Jan kijkt blij.
9/3
18.30
Iedereen is klaar met eten. Vader zegt: “Jan, ruim nu de tafel maar af, alsjeblieft.”
Jan ruimt de tafel af.
Vader zegt: “Goed hoor, zoals je de tafel netjes hebt opgeruimd. Daarom mag je nu nog even buitenspelen.” Jan rent blij naar buiten.
Oefenopdracht oudertraining bijeenkomst 6 - individueel
opdrachten | 271