Page 96 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 96

Hoofdstuk 3
Robuustheid van de formatie; minimale omvang van formatie en bezetting
De eerste vier indicatoren hangen met elkaar samen en geven een indicatie van de kwetsbaarheid dan wel robuustheid van de formatie. De kwetsbaarheid van kleine organisaties is in belangrijke mate gelegen in het gegeven dat, voor zover er al een mate van specialisatie mogelijk is, de meeste functies slechts door één medewerker ingevuld worden. Niet alleen biedt een kleine organisatie minder ruimte voor specialisatie, maar ook zal bij ziekte, verlof of piekbelasting sneller de continuïteit van de dienstverlening in gevaar komen. Een grotere organisatie met een ruimere formatie biedt meer mogelijkheden om meer medewerkers aan te nemen die elkaar kunnen vervangen en die kennis kunnen borgen, waardoor de kwetsbaarheid afneemt.
Diverse onderzoeken laten verminderde kwetsbaarheid van het ambtelijk apparaat en een positief effect op de professionaliteit daarvan zien als gevolg van gemeentelijke schaalvergroting (Fraanje en Herweijer, 2013). Het ligt voor de hand dat dit voordeel ook bij de vorming van een intergemeentelijke dienst optreedt.
Herweijer & Pol (1995) laten in hun onderzoek naar gemeentelijke herindeling zien dat samenvoeging leidt tot minder unieke functies, waarbij de betreffende functionaris als enige op de hoogte was van een taak of beleidsterrein. Daardoor ontstaan bij schaalvergroting meer mogelijkheden om taken van elkaar over te nemen bij ziekte, vakantie of vertrek. Pol en en Herweijer (1995) wijzen bovendien op de noodzaak van een zekere schaal om voldoende functiescheiding mogelijk te maken.
Pol en Herweijer (1995) hanteren een norm ten aanzien van bezetting en formatie om te bepalen of een sociale dienst kan voldoen aan de eisen van functiescheiding. Ook hanteren zij een norm ten aanzien van bezetting en formatie om te bepalen of de organisatie ziekte, verlof, pieken in werk en dergelijke voldoende kan opvangen. De norm voor bezetting stellen zij telkens een derde hoger dan die voor formatie. Zij stellen dat om aan de eisen van functiescheiding te kunnen voldoen, de sociale dienst voor het verstrekken van bijstand ten minste over drie medewerkers en over ten minste twee formatieplaatsen moet kunnen beschikken. Om vervolgens aan de eisen ter voorkoming van kwetsbaarheid te voldoen stellen zij dat de dienst over ten minste zes medewerkers en over vier formatieplaatsen moet kunnen beschikken. Wij nemen hun normen over en spreken hier van normen voor de robuustheid van de formatie. Naarmate de formatie meer robuust is wordt ook de continuïteit
94


































































































   94   95   96   97   98