Page 284 - POLITIEK OF MANAGEMENT?
P. 284

SAMENVATTING
Sociaalgeografische divergentie, veranderende verhouding tussen lokaal bestuur en Rijk, veranderende verhoudingen tussen (lokaal) bestuur en de burger en recent ingrijpende decentralisatie van Rijkstaken naar het lokale niveau, het zijn allemaal voorbeelden van actuele veranderingen in ons lokaal bestuur. In het zoeken naar antwoorden op deze ontwikkelingen is schaalvergroting een veel terugkerend thema. Naast druk op opschaling van gemeenten door fusie is er ook weerstand tegen deze tendens. Een alternatieve oplossing is intergemeentelijke samenwerking in de vorm van het opzetten van intergemeentelijke organisaties waarbinnen diensten worden gedeeld of taken gemeenschappelijk worden uitgevoerd. Diverse auteurs (Derksen, 1992; Koster, Wever & Glim, 2009) suggereren dat de keuze daartoe vooral op basis van technocratische, bedrijfsmatige overwegingen gemaakt wordt - naast de politieke wens om als gemeente bestuurlijk autonoom te blijven.
Aan de hand van drie casussen uit het sociale domein is onderzocht wat de beoogde en feitelijke effecten van het aangaan van een intergemeentelijke dienst zijn en hoe deze te interpreteren. Daarbij is ook gekeken in hoeverre de beoogde effecten daadwerkelijk worden gerealiseerd en of daarnaast andere dan de beoogde effecten optreden. De drie casussen zijn drie intergemeentelijke sociale diensten die in de eerste vijf jaar van deze eeuw zijn gevormd. Deze zijn gevolgd vanaf hun ontstaan tot en met 2011. De drie onderzochte casussen zijn de Intergemeentelijke sociale dienst Bollenstreek, de Intergemeentelijke sociale dienst Voorne-Putten-Rozenburg en de intergemeentelijke sociale dienst Optimisd.
Een benadering vanuit vier perspectieven
De casussen zijn vanuit vier perspectieven beschouwd. Elk perspectief hangt samen met een specifieke gemeentelijke rol: de gemeente als bedrijf, als politieke gemeenschap, als onderdeel van de rechtsstaat en als lokale gemeenschap. Ook de positie van de burger verschilt per perspectief: klant, kiezer, rechtssubject en inwoner. Door vier perspectieven te kiezen ontstaat een rijker duidingskader. Door bovendien naast het bedrijfsmatige perspectief ook het politieke, het juridische en het maatschappelijke perspectief te voegen wordt onderkend dat de overheid meer is dan een bedrijf. Hoewel de bedrijfsmatige principes uit het bedrijfsmatige perspectief een zinvolle bijdrage kunnen hebben aan
282


































































































   282   283   284   285   286