Page 234 - Timeliness of Infectious Disease Notification & Response Systems - Corien Swaan
P. 234

232 Samenvatting
soonlijke beschermingsmaatregelen, PBM), en naar een gestandaardiseerde re- gionale preparatiestructuur met landelijke coördinatie, inclusief opschalingscri- teria. We concludeerden dat voor een goede voorbereiding voor infectieziekte- bestrijding samenwerking tussen de publieke en curatieve sector noodzakelijk is.
In hoofdstuk 8 is een inventarisatie gemaakt van de door de curatieve en publieke gezondheidssector in Nederland gemaakte kosten ter voorbereiding van een mogelijke Ebola-patiënt, inclusief de response op 13 mogelijke, en be- handeling van één bevestigde patiënt. De totale kosten zijn geschat op € 12,6 miljoen (range € 6,7 – € 22,5), of € 17,9 miljoen inclusief overhead, en bedroe- gen voornamelijk personeelskosten voor coördinatie, het ontwikkelen van pro- tocollen, training en uitgaven voor PBM. Centralisatie van behandelcentra en ambulancezorg zou deze kosten reduceren.
De aanbevelingen van deze studie, alsmede die van hoofdstuk 7, worden momenteel uitgewerkt in het ‘Platform Preparatie Groep A ziekten’ dat door het RIVM wordt gecoördineerd.
In hoofdstuk 9 beantwoorden we de onderzoeksvragen en relateren de re- sultaten aan het doel van het proefschrift.
1. Termijnen voor meldingssystemen
De gehanteerde termijnen voor het beoordelen van het functioneren van mel- dingssystemen betreffen veelal wettelijke normen voor meldingen en rapporta- ges, het administratieve gedeelte van de meldings- en responseketen (figuur 1). Dit proefschrift voegt hieraan een termijn voor uitbraakbestrijding toe voor de totale lokale meldingssnelheid inclusief de patiënten, artsen en laboratorium- doorlooptijd voor zes mens-op-mens overdraagbare infectieziekten. Voor ande- re, niet mens-op-mens overdraagbare ziekten, gebruikten we als alternatief de duur van twee incubatietijden.
Aangezien de wettelijke termijnen voor meldings- en rapportagesnelheden in Nederland nu worden gehaald, is inzicht in de langere ziekte-identificatie- snelheid (D1X) belangrijk. Deze wordt beïnvloed door de patiënt, op welk mo- ment deze medische hulp zoekt, de arts, wanneer deze diagnostiek aanvraagt, en het laboratorium dat de diagnostiek verricht. Om deze drie doorlooptijden te kunnen bepalen is het nodig om de data van het eerste artsenbezoek en het aanvragen van diagnostiek te verzamelen. Voor een zo actueel mogelijk inzicht in een uitbraak dienen deze termijnen zo kort mogelijk te zijn. Ons onderzoek heeft daarnaast aangetoond dat (lab)inf@ct berichten en signalerings-overleg- gen de snelheid van patiëntidentificatie en het melden naar de GGD kunnen bekorten.



























































































   232   233   234   235   236