Page 207 - Balancing between the present and the past
P. 207

                                Contextualiseren is niet het goedkeuren of relativeren van controversiële verschijnselen. Slavernij bijvoorbeeld kan niet worden goedgekeurd, maar leerlingen moeten wel in staat zijn dit verschijnsel te verklaren en interpreteren door rekening te houden met de historische context. Wanneer ontstond slavernij en hoe lang heeft het bestaan? Welke landen waren betrokken bij de slavenhandel? Wat waren de politieke en economische omstandigheden op dat moment? Welk wereldbeeld hadden mensen toen? Contextualiseren draait om het stellen van dit soort vragen.
9.2.2 Het belang van contextualiseren voor het geschiedenisonderwijs
Waarom focust het proefschrift op contextualiseren? Recentelijk zijn diverse publicaties verschenen over de kern van het schoolvak geschiedenis. Deze studies illustreren dat het schoolvak geschiedenis zich niet alleen moet richten op het aanleren van historische feiten, maar ook op het stimuleren van het historisch denken en redeneren van leerlingen (o.a. Carretero, Berger, & Grever, 2017; Chapman & Wilschut, 2015; Counsell, Burn, & Chapman, 2016; Metzger & McArthur Harris, 2018). Historisch denken en redeneren is het inzetten van historische vaardigheden om zo te kunnen redeneren over veranderingen, oorzaken, gevolgen, overeenkomsten en verschillen met betrekking tot verschijnselen en perioden (Van Boxtel & Van Drie, 2018). In het Nederlandse geschiedenisonderwijs moeten havo- en vwo-leerlingen bijvoorbeeld in staat zijn om historische bronnen te interpreteren, oorzaken en gevolgen te onderscheiden en historische onderzoeksvragen te formuleren (Board of Tests and Examinations, 2017).
Dit historisch denken is echter “onnatuurlijk”, omdat mensen automatisch vanuit
hun eigen waarden en normen naar het verleden kijken (Wineburg, 2001). Hierdoor
slagen leerlingen er vaak niet in om verschijnselen accuraat te verklaren (Lee & Ashby,
2001; Reisman & Wineburg, 2008). Contextualiseren helpt leerlingen rekening te
houden met de historische omstandigheden en geeft inzicht in de verschillen tussen
hun eigen opvattingen en de waarden, normen en kennis die mensen in verschillende 9 historische perioden hadden. Op deze manier kunnen ze verschijnselen beter
verklaren en interpreteren.
Wanneer leerlingen bijvoorbeeld onderzoek doen naar de ontwikkeling van de handel in de oudheid en middeleeuwen, dient voor iedere periode rekening te worden gehouden met een historische context. Handel ten tijde van het Romeinse Rijk betekende namelijk heel iets anders dan handel in de vroege middeleeuwen of
Samenvatting
 205






















































































   205   206   207   208   209