Page 222 - Through the gate of the neoliberal academy • Herschberg
P. 222

220 NEDERLANDSE SAMENVATTING
van postdocs weinig aandacht is voor hun langetermijnperspectief. Ten tweede hebben jonge wetenschappers geen uitgebreid CV en beoordelen commissieleden kandidaten voornamelijk op hun potentieel. Dat blijkt veelal een subjectieve onderneming, waardoor er ruimte ontstaat voor selectiebesluiten op basis van impliciete (ongeschreven) criteria die ongelijkheidspraktijken mogelijk maken, omdat impliciete criteria ruimte geven aan persoonlijke voorkeuren en aannames.
De tweede bijdrage aan de literatuur heeft betrekking op de (re)productie van ongelijkheden in werving en selectie door het bestuderen van zowel practices (praktijken; wat men routinematig zegt en doet) en practicing (praktiseren; wat zegt en doet men nu werkelijk in de uitvoering). Ik laat zien dat genderpraktijken vrij abstract zijn en vaak refereren aan stereotype percepties van een gehele groep vrouwen of mannen. Het praktiseren van gender laat zien hoe het beoordelen van individuele kandidaten daadwerkelijk gebeurt. In de evaluatie van kandidaten schrijven de commissieleden over het algemeen sneller en onvoorwaardelijker potentieel toe aan mannen dan aan vrouwen. Er wordt vaker voor mannelijke kandidaten gestreden, terwijl voor vrouwen twijfels worden opgeworpen die vaak als onoverkomelijk worden gezien. Ook worden vrouwen vaker beoordeeld op additionele criteria, die niet worden toegepast in de evaluatie van mannen. Dit heeft als resultaat dat het speelveld voor vrouwen en mannen niet gelijk is. Tevens laat ik zien hoe subtiel en complex de rol van macht en ongelijkheid is en hoe snel en vaak niet-reflectief macht wordt uitgeoefend en ongelijkheid wordt gecreëerd. De machtspositie van commissieleden bepaalt wie hun macht kunnen uitoefenen en wie gedwongen worden zich te schikken naar selectiebesluiten. In de (Nederlandse) wetenschap zijn het voornamelijk mannen die een machtspositie bekleden (zoals bijvoorbeeld een hoogleraarpositie), waardoor zij makkelijker hun persoonlijke agenda’s kunnen nastreven, bijvoorbeeld door hun (mannelijke) voorkeurskandidaat naar voren te schuiven.
Concluderend geeft mijn proefschrift een gedetailleerde analyse die laat zien hoe (gender)ongelijkheden worden ge(re)produceerd binnen twee wetenschappelijke disciplines in meerdere landen, in een context waar meer diversiteit in de wetenschap op de agenda staat van selectiecommissies en universiteiten. Ondanks de uitgesproken bereidheid om bijvoorbeeld meer vrouwen aan te nemen, blijkt dat de vrouwen die een wetenschappelijke carrière ambiëren worden benadeeld door genderstereotypen en genderpraktijken in besluitvorming door selectiecommissies. Kennis over de complexiteit van ongelijkheid en macht in praktijken rondom werving en selectie kan helpen om bewustzijn en reflectie te creëren onder selectiecommissieleden (en het management) dat zal bijdragen aan meer gelijke werving- en selectiepraktijken van jonge onderzoekers in de wetenschap.































































































   220   221   222   223   224