Page 118 - Second language development of newly arrived migrant kindergarteners - Frederike Groothoff
P. 118

118 Chapter 5 and (8) have quite similar NDW score, respectively 55 and 52; nevertheless their SS score differs a lot. The story in Example (7) is from Session 3, the SS score is 12 (of maximum 17 points) while Example (8) from Session 0 has a SS score of 3. Even though Example (7) and (8) have almost similar NDW scores, the story in (8) is very unclear. This boy needed a lot of words to describe the story because he did not have enough Dutch vocabulary to make it clear, nevertheless it was hard to figure out what parts of the story structure the boy was telling. In the transcripts the marking of the SS components is given in de following way: setting goal attempt outcome internal state term as initiating event or as reaction. The superscript numbers indicate to which episode the component belongs. Example (7): subject number 0243; age 8;5; around 31 months in school; home language: Chinese; Session 3; NDW score 55; SS score 12. er was eens twee geitjes. een geit valt in de vijver. en de andere geitje gaat de gras eten. en de moedergeit ging de geitje van water naar de gras duwen1. en er was een vos wil het lammetje eten2. en de lammetje zag ze niet. en toen gaat die andere geitjes de gras eten1. en de moeder ben blij. maar de andere geitje zag niet. en de vos gaat ze toen pakken2. en toen ging moedergeitje en de andere lammetje ging water drinken. en de vos had de lammetjespoot gepakt2. en de raaf zag ze bent ook heel verdrietig. en toen ging de raaf de vos staart happen pijn doen. en die moedergeit en die andere lammetje ging schrokken omdat de raaf ging toen gewoon rechtdoor de vos eten. en toen vond vos heel pijn dus ze ga niet meer die kleine lammetjes eten. en toen leefden ze lang en gelukkig. Once upon a time there was two goats. One goat falls into the pond. And the other little goat is going toe at the grass. The mother goat went to push the little goat from the water to the grass. And there was a fox who wanted to eat the little lamb. And the little lamb did not see her \[the fox?\]. And then went the other little goats eat the grass. And the mother am happy. But the other little goat saw not. And the fox went to get she. And then went little mother goat and the other little lamb drink water. And the fox had taken the little labs’ paw. And the raven saw she am also very sad. And then went the raven the fox’s tail bite hurt. And the mother goat and the other little lamb went scared because the raven went just straight-ahead eat the fox. And then the fox was hurt thus she is not going to eat the little lambs any more. And then they lived happily ever after. Example (8): subject number 0501; age 4;3; around 2 months in school; home language: Rumanian; Session 0; NDW score 52; SS score 3. een dier is in de water. in \[?\] een \[?\] weerde \[?\] eten \[?\]. en \[?\] nog \[?\] een \[?\] weerde \[?\] eten \[?\]. en nog twee is in de water. een zijn \[?\] naar de bloemen. waar is de dat wat kan pijn \[?\] doet. de dit de tong \[?\] naar buiten in de grote neus. en de vos wil de eten dat wat kan het pijn met die. de geit wil hij eten. maar is twee dat ie weet het. de dat wat hebbe \[?\] bij dat kleine wat kan het. de kleine geit is wil weg voor de wat heb neus grote. wil weg voor de vos voor de eten met de tanden. in die kleine heb zo. de geit die wat heb neus grote                                                                                                                                                                                                              


































































































   116   117   118   119   120