Page 178 - Getting the Picture Modeling and Simulation in Secondary Computer Science Education
P. 178

176
Chapter 8
om te programmeren. De meeste leerlingen is het gelukt om een programma te ontwerpen, maar vaak niet zoals zij dat wensten. Tijdens het testen wisten ze vaak niet of onverwacht gedrag van het programma door verkeerde aannames, programmeerfouten of door het gedrag behorend bij het gemodelleerde fenomeen werd veroorzaakt. Tijdens het programmeren van hun modellen werkten ze vaak volgens een incrementele trial-and-error-strategie. Weinig leerlingen voerden systematische en goed gedocumenteerde experimenten met hun modellen uit. Vaak werd het experimenteren en analyseren van verkregen uitkomsten vermengd met het construeren van modellen.
In de laatste studie (hoofdstuk 6) werden leerlingen geobserveerd terwijl ze leerden modelleren en werkten aan modelleeropdrachten aan de hand van lesmateriaal dat ik zelf heb geschreven. Focus lag voornamelijk op het begrip en de moeilijkheden rondom verificatie en validatie van hun modellen en deze werden beschreven in termen van:
• construeren van modellen
• testen
• reflecteren op geloofwaardigheid, overtuigingskracht,
nauwkeurigheid van modellen en tevredenheid met modellen
Het bleek dat niet alle leerlingen het nodige onderzoek vooraf deden. Sommige maakten verkeerde aannames; er waren programmeerfouten; niet iedereen voerde experimenten systematisch uit; en sommige leerlingen waren tevreden met onrealistische modellen of leken de essentie van het modelleren niet helemaal
begrepen te hebben.
8.2.3 Pedagogical Content Knowledge van Docenten (vraag 4)
In de tweede studie (hoofdstuk 4) werd de initiële PCK van Informaticadocenten rondom het modelleren en simuleren in kaart gebracht om een antwoord te geven op de vierde onderzoeksvraag: Hoe kan pedagogical content knowledge (PCK) van leraren ten aanzien van Computational Science worden beschreven aan de hand van de kenniscomponenten M1 tot en met M4? Wat betreft de leerdoelen van modelleren en simuleren, is het vastgesteld dat de beoogde leerdoelen voor leerlingen te verdelen zijn in conceptuele leerdoelen enerzijds, en motivatie gerelateerde en praktische leerdoelen anderzijds. In relatie tot het begrip van leerlingen zijn er drie aspecten te onderscheiden. Het betrof de benodigde voorkennis en vaardigheden om modellen te maken, de zaken die succesvol waren of aan het succes bijdragen zoals de ervaren relevatie van modellen, en ten slotte,























































































   176   177   178   179   180