Page 169 - Impact of implant retained overdenture treatment and speech, oromyofunction, social participation and quality of life.
P. 169

 geïncludeerd in deze studie en toegewezen aan ofwel de ‘single-unit’ groep (n=15) of de ‘complete jaw restoration’ groep (n=39). Van de 54 participanten, nomineerden er 49 een externe observator die hun dagelijks handelen konden evalueren. Voor en na de behandeling vulden de patiënten en hun externe observator de vragenlijsten OHIP-14, NEO-FFI en MSPP in. Deze meten respectievelijk de impact van orale gezondheid op levenskwaliteit, persoonlijkheid en sociale participatie. De correlaties tussen zelf- en externe observatorevaluatie op de metingen voor en na de behandeling waren niet significant (QoL pre: p=0.086, post: p=0.115, freq. soc. part pre: p=0.944, post: p=0.876, div. soc. part pre: p=0.798, post: p=0.167). Dit suggereert dat er belangrijke verschillen zijn in de twee observatieperspectieven. De trekken Neuroticisme, Extraversie en Altruïsme waren geassocieerd met levenskwaliteit. Openheid, Consciëntieusheid en Altruïsme waren geassocieerd met sociale participatie. De patiënten in de ‘complete jaw restoration’ groep rapporteerde meer impact van de behandeling op hun levenskwaliteit, vergeleken met de ‘single-unit’ groep (p:0.007). De ‘complete jaw restoration’ groep rapporteerde in verbetering in levenskwaliteit na behandeling en significante verhoging in zowel frequentie (p:0.001) en diversiteit van sociale participatie (p:0.036).
8
Samenvatting
   Conclusie: Er was een minimale impact van de behandeling met kronen (single-unit groep) op levenskwaliteit en sociale participatie vergeleken met de groep met volledige prothese. De rol van persoonlijkheid en het gebruik van meerdere informanten bij het evalueren van een tandbehandeling bleek belangrijk.
 Op basis van de voorgestelde doelstellingen werden onderstaande algemene conclusies en aanbevelingen voor de toekomst geformuleerd:
1. Articulatieproblemen komen voor in alle fasen van de behandeling in de maxilla en de mandibula, maar er waren geen significante verschillen tussen de fasen. We kunnen bevestigen dat er problemen met de /s/, /z/, /t/, /d/, /n/ en /l/ klanken voorkomen, aangevuld met minimale problemen tijdens de productie van de /ʃ/ en de /ʒ/ klank. De /s/ klank is in het bijzonder gevoelig voor veranderingen in de mondholte, aangezien deze geproduceerd wordt met de tongpunt dicht bij de bovenste of onderste alveolen. Na 3 jaar adaptatie vertonen nog te veel patiënten problemen met deze /s/
167




























































































   167   168   169   170   171