Page 148 - Craniomaxillofacial Implant Surgery - Jeroen P.J. Dings
P. 148
146
Chapter 8
NEDERLANDSE SAMENVATTING
Hoofdstuk 1 schetst een algemeen overzicht van de verschillende methoden om aangezichtsdefecten te reconstrueren. De introductie van in bot verankerde (geosseoïntegreerde) implantaten hebben in de laatste decennia geresulteerd in een effectieve en veilige retentiemethode voor faciale prothesen, ook wel epitheses genoemd. Het succes van deze geosseointegreerde implantaten bij het verankeren van epitheses, en daarmee het herstellen van uitgebreide aangezichtsdefecten, is uitgebreid beschreven in de wetenschappelijke literatuur. Desondanks bestaan tal aan technische en medische vraagstukken die nog nader onderzoek vergen. Doel van dit proefschrift was om de nauwkeurigheid te bepalen van de preoperatieve planning en de daaropvolgende plaatsing van implantaten in het aangezicht, ook wel extraorale implantaten genoemd. Aanvullend werd de uiteindelijke klinische uitkomst, waaronder de overlevingsduur en patiëntervaringen, gemeten. De resultaten van implantaat-gedragen epitheses werden vervolgens vergeleken met autologe reconstructie van aangezichtsdefecten. Hiermee worden chirurgische reconstructies bedoeld met patiënteigen weefsel.
Precieze inschatting van botdiktes is cruciaal bij de preoperatieve planning van implantaten. Een tweetal beeldvormende modaliteiten worden veelal toegepast bij het preoperatief plannen van extraorale implantaten: multi-slice computed tomography (MSCT) of multi-detector computed tomography (MDCT) en cone-beam computed tomography (CBCT). Er is weinig wetenschappelijke literatuur voorhanden omtrent de nauwkeurigheid van metingen van MDCT en CBCT scanners ter plaatse van cranio-maxillo-faciale (CMF) locaties. Deze nauwkeurigheid wordt beïnvloed door de toegepaste stralingsdosis, methode van beeldacquisitie en beeldreconstructie, spatiële resolutie en waargenomen beeldkwaliteit.
In Hoofdstuk 2 is een kadaverstudie beschreven waarin de nauwkeurigheid van lineaire metingen op dwarsdoorsneden van driedimensionale (3D) reconstructies van de CBCT- en MDCT- beelden ter plaatse van verschillende aangezicht locaties werd gemeten. Tevens werd de mogelijke invloed van de instelling van de mate van helderheid en contrast bepaald. Voor deze studie zijn 5 humane schedels gebruikt. Voorafgaand aan het vervaardigen van MDCT- en CBCT-scans werden gestandaardiseerde botsnedes aangebracht ter plaatse van gewenste implantaatposities in de neus, orbita en temporale regio. Parallel aan deze botsnedes werden aanvullend boorgaten