Page 165 - The efficacy and effectiveness of psychological treatments for eating disorders - Elske van den Berg
P. 165

  Chapter 9 165
 gewicht als voor cliënten met ondergewicht. Aangenomen werd dat, in lijn met de literatuur, behandeluitkomsten verbeteren wanneer je een gespecialiseerde behan- deling aanbiedt, vergeleken met een eclectische behandeling (Thompson-Brenner et al., 2018; Kazdin, Fitzsimmons-Craft, & Wifley, 2017; Waller & Turner, 2016). Aan- gezien de ambulante CBT-E methodiek een vaste, relatief korte behandelduur heeft en het klinisch CBT-E programma van nature beperkt van duur is, veronderstelden wij in beide CBT-E cohorten een verlaging van de directe behandelkosten en een superieure kosteneffectiviteit.
Bevindingen
Voor cliënten met bulimia, een eetbuistoornis of een andere gespecificeerde voedings- of eetstoornis met een body mass index groter dan 17.5 kg/m2 werden er tussen treatment-as-usual en CBT-E geen verschillen gevonden op afname van eetstoornispathologie; in beide cliëntgroepen verminderde eetstoornispathologie. Kosteneffectiviteitsanalyses lieten zien dat met 71% waarschijnlijkheid CBT-E dominant is aan treatment-as-usual en leidt tot meer remissies tegen lagere behandelkosten. Deze superioriteit werd gevonden voor zowel klinische als poli- klinische clientgroepen en hangt samen met de gevonden kortere behandelduur en
de kortere opnameduur binnen het CBT-E cohort.
Voor eetstoornis cliënten en een body mass index groter dan 17.5 kg/m2 werd de hypothesis dat CBT-E meer effectief is dan treatment-as-usual niet bevestigd. De hypo- these dat CBT-E meer kosteneffectief is werd bevestigd.
Bevindingen voor cliënten met anorexia lieten zien dat gewichtsherstel in het CBT-E cohort groter is dan in het treatment-as-usual cohort. Los van het betere gewichtsherstel werden er tussen de beide cohorten geen andere verschillen gevonden in behandeluitkomst; anorexia attitudes verbeterden in beide groepen.
Uitgaand van directe zorgkosten en gebruik makend van de uitkomstmaat ‘bereiken van gezond gewicht’, liet de ICER verdeling een 97% waarschijnlijkheid zien dat CBT-E leidt tot beter effect, tegen hogere kosten. De CEAC curven gaven een waar- schijnlijkheid aan van een beter behandeleffect van CBT-E boven treatment-as-usual, als je een willingness-to-pay van €9713 voor een extra remissie veronderstelt. Als de uitkomstmaat ‘remissie eetstoornispathologie’ werd gebruikt in de kosteneffectivi- teitsanalyses, werd er tussen beide cohorten slechts minimale verschillen gevonden.
Voor cliënten met anorexia werd de hypothese dat CBT-E meer effectief zou zijn bevestigd ten aanzien van gewichtsherstel. Kosteneffectiviteitsanalyses gaven aan dat CBT-E superieur was aan treatment-as-usual op gewichtsherstel, tegen hogere


























































































   163   164   165   166   167